Uit de Wet WOZ volgt dat voor de waardering van een onroerende zaak in beginsel één waarderingsmethode wordt gebruikt. De waarde van een onroerende zaak wordt bepaald naar de waarde in het economisch verkeer of naar de hogere gecorrigeerde vervangingswaarde.
De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat voor een WOZ-object dat gedeeltelijk een rijksmonument is, beide waarderingsmethoden naast elkaar kunnen worden gebruikt. Het monumentale gedeelte wordt gewaardeerd naar de waarde in het economisch verkeer en de rest (afhankelijk van de aard van de onroerende zaak) naar de gecorrigeerde vervangingswaarde.
Bron: Rechtennieuws
woensdag 4 juli 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten